47 Rugpijn

  • Inleiding
  • Leerdoelen
  • Anamnese
  • Lichamelijk onderzoek
  • Aanvullend onderzoek
  • Behandeling
  • Kennistoets

47 Rugpijn

47 Rugpijn

  • Inleiding
  • Leerdoelen
  • Anamnese
  • Lichamelijk onderzoek
  • Aanvullend onderzoek
  • Behandeling
  • Kennistoets

Inleiding

Rugpijn kan cervicaal, thoracaal, lumbaal en sacraal gelokaliseerd zijn. Rugpijn kan ook ontstaan als gevolg van gerefereerde pijn vanuit de heup, het sacro-iliacale gewricht en buik- of borstorganen.
Rugpijn komt vooral veel voor bij adolescenten. De pijn is dan vaak lumbosacraal gelokaliseerd en meestal het gevolg van kleine traumatische afwijkingen van skelet- en spierstelsel (bijvoorbeeld door sport) of door overbelasting (dragen van een zware rugzak) of een verkeerde houding (slechte matras, slechte schoenen).
De meeste klachten verdwijnen spontaan binnen 6 weken. Als de pijn verergert of niet overgaat, moet je aan andere oorzaken denken (tabel 1). Ook bij jonge kinderen wijst rugpijn vaak op onderliggende pathologie. Net als alle andere chronische pijnklachten wordt ook rugpijn erger bij stress en bij psychische comorbiditeit (zoals depressie).

Leerdoelen

Hoe jonger het kind, hoe vaker een specifieke diagnose kan worden gesteld.

Rugpijn bij adolescenten is vaak myalgisch van aard: een verkeerde houding of overbelasting.

Rugpijn kan ook ontstaan door pathologie in buik of thorax.

Inloggen

Om alle multimedia te kunnen bekijken moet je ingelogd zijn

Nu inloggen

Heb je een code?

Benieuwd naar deze informatie? Registreer je met de activatiecode uit je boek.

Bestel het boek